Eigenlijk wist ik het wel

Tja… Na een korte overdenking weet ik wat ik moet doen. Ik bekijk het gerepareerde hart, de urn, van Mees en weet dan dat het vullen me niet gaat lukken. Nouja ik denk wel dat ik het kan, maar ik ben gewoon te bang dat ik hem stuk maak. Dat zou echt dramatisch zijn, want dan beginnen we weer helemaal opnieuw.


Van de week is het hart teruggebracht. Eigenlijk hoopte ik dat het hart op 1 november thuis zou zijn, maar dat was helaas niet gelukt. Het had gelukt kunnen zijn als we niet weg waren gegaan met Mees zijn dag. Toch was het na 1 november ook weer even zoeken naar een moment dat ik het hart zou kunnen ophalen. Dit was zo met de drukke dagen van Mees en de verjaardag van ons meisje in het vooruitzicht een echte uitdaging.

Dus was ik heel blij dat ik rondom de lunch ineens een berichtje kreeg met de vraag of ik thuis was. De urn stond in de auto en de glasblaaster kon in tien minuten bij me zijn. Hoe fijn! Dus besloot ik snel om ons kleinste ventje in bed te leggen en stond ik daarna bij het raam te wachten. Om vervolgens toch maar de lunch op te ruimen om de tijd door te komen.

Ineens hoorde ik een ronkende motor. Zo’n oud en zwaar geluid. Ik liep naar het raam en zag een oude, zwarte camperbus voor ons huis. Perfect passend bij de glasblaaster eigenlijk. Ik zag bij het inparkeren ook nog een hond kwispelen bij het raampje aan de zijkant. De glasblaaster stapte uit met een grote doos. De doos waar we de het hart van Mees ook in hadden weggebracht. Eerst om alleen de vlinder weg te brengen, maar later opnieuw omdat de urn zelf ook beschadigd was geraakt.

Maar de glasblaaster kwam het geheel weer terugbrengen. Alles weer compleet en heel. Ik liet haar binnen en ze zette de doos op de tafel. Ik kon niet wachten en maakte de doos open. Allemaal bubbeltjes plastic, maar eronder zat de urn, het vlauwe hart. Ik keek en herkende het hart. Nog steeds mooi! Ik zag ook dat hij opnieuw gekleurd was en wat minder vol dan dat hij was. Maar wel ons hart. Mees zijn hart, zijn huis. Aan de zijkant lag een ander pakketje bubbeltjes plastic. De glasblaaster haalde daar de vlinder uit. Dezelfde vlinder! Met mooie, net wat kortere en dikkere, sprieten. Misschien wel mooier dan dat hij was. En… de vlinder was voorzien van een soort flessenafsluiting. Zo zou hij er altijd uitkunnen! Stel dat ik weer met afstoffen iets verkeerd zou doen… Het was fijn dat alles er weer was!


En nu zit alles weer in de doos. Keurig zoals het ruim een week geleden thuis werd gebracht. In de doos ligt het hart met ernaast inmiddels weer het pakketje bubbeltjesplastic waar de vlinder nog steeds in zit. Inmiddels staat dit zo al een week op het aanrecht in de keuken. Het opnieuw vullen van de urn staat me echt tegen. Ik ben zo bang dat ik wat fout doe. Dus ga ik het rouwcentrum bellen. Ze hebben aangeboden om de urn te komen vullen. Zelfs na vier jaar nog! Dus dat ga ik doen.

Ik bel het nummer opnieuw en er wordt snel opgenomen. De mevrouw aan de telefoon begrijpt het helemaal. We maken een afspraak voor over zes dagen en één van onze begeleiders van vier jaar geleden zal komen. Ook dat nog! Wat fijn! Dit voelt als de juiste keuze. Tja… en eigenlijk wist ik dit wel.

Plaats een reactie